Vele kilometers prachtig Australië deel 2 - Reisverslag uit Exmouth, Australië van Pipi Drijfhout - WaarBenJij.nu Vele kilometers prachtig Australië deel 2 - Reisverslag uit Exmouth, Australië van Pipi Drijfhout - WaarBenJij.nu

Vele kilometers prachtig Australië deel 2

Blijf op de hoogte en volg Pipi

29 Juni 2015 | Australië, Exmouth

(Blijkbaar was mijn verhaal te lang om in één keer te plaatsen)

De volgende dag gingen we gelukkig weg, op de 'Great Walk'. Het is een 10-daagse wandel en kampeer trip, al gingen wij maar drie dagen. Het doel is aandacht vragen voor milieu problematiek, ontbossing, maar ook gewoon gezelligheid. Het is een erg hippie-achtig gebeuren (Denmark is trouwens ook een hippiedorp). Er zijn geen douches of wc's (nou, ze graven gaten en zetten daar een krat op met een wc-bril erop), koken doen ze op het kampvuur. Elke ochtend en avond is er een kring waar taken verdeeld worden, mensen in-en-uit ge-ohmd worden, meer liedjes gezongen worden en problemen besproken worden. Grote problemen als: 'alle mensen, zelf kinderen (!!!) zitten op stoelen terwijl je eigenlijk op de grond moet zitten om beter contact met de aarde te krijgen' en 'kunnen die kratten met wc-bril niet weg want het is veel gezonder om te hurken'. Elke dag is er natuurlijk een wandeling en tijd om te socializen. Het was jammer dat het drie dagen lang geregend heeft, vooral aangezien ons (Bella en ik) tentje niet waterdicht was. Het was een leuke ervaring, erg interessant om een man te ontmoeten die zijn eigen plas drinkt omdat het gezond is (?) en een vrouw die moet huilen als ze praat over ontbossing. Maar vanwege de regenen het feit dat dit wel erg ver uit mijn comfortzone was, vond ik het niet zo erg dat we weer naar huis gingen. Basil bleef, hij had deze Walk namelijk mede-georganiseerd, maar ik mocht nog wel wat langer in zijn huis logeren, dan kon ik ook op Bella letten.

Maarja, terug in Basils huis speelde nog steeds een kattendilemma. Zijn ex, van wie de kat eigenlijk is, had een oplossing bedacht. Ze ging bij de kat zitten om te zorgen dat hij in ieder geval iets at (het is een hij, ze werd nogal boos toen ik de kat een zij noemde) en 's avonds deed ze het kattenluikje dicht. Nou prima, leek mij, alleen had deze kat geen kattenbak en daarom had hij uit pure noodzaak maar op de badkamervloer gepoept. Recht voor de wc, dus hij heeft wel echt zijn best gedaan om het goed op te lossen. Op de vloer plassen deed hij daarvoor al, dus aan die geur was ik wel gewend (voor zover je daar gewend aan kunt raken) maar dit vond ik wel heel jammer. Ik heb toen geprobeerd om een kattenbak te maken met een kartonnendoos met papiersnippers, maar de kat begreep het idee helaas niet helemaal.

Na een paar dagen vierde Bella haar verjaardag en hoewel ik een paar keer aangegeven had dat ik het niet aan mij vond om daar de verantwoordelijkheid over te hebben, hadden alle échte volwassenen besloten dat dat best een goed idee zou zijn. (Niemand had namelijk zin om dat te doen, en dan is de Helpx inzetten wel een makkelijke oplossing) Zoals gezegd, Bella is echt een lieverd maar ze kan ook verschrikkelijk zijn als ze daar zin in heeft. Bovendien doet ze toch wel wat ze wil, het is daar namelijk erg makkelijk om het huis uit te sneaken en Bella had me al vaker trots verteld dat ze hele nachten weg was geweest zonder dat iemand het door had gehad. De afspraak was drie gasten, geen drank of drugs, om 12 uur is het stil. 'En daar zou Bella zich echt aan houden' zei Basil. Ik vond het schattig dat hij dat echt geloofde. De avond voor het feestje hadden Nicola en Peter behoefte aan een rustige avond, en dus zouden Bella en ik zelf koken en eten bij Basil. Geen probleem natuurlijk, totdat ook hun zoon en de ontspoorde vriend van hun zoon onze kant op werden gestuurd. Er was een hoop gefluister, stiekem gedoe en naar-mij-gekijk om te checken of ik iets doorhad en ik besloot dat ik het allemaal wel best vond zolang ze het huis maar niet af zouden branden, en dat is niet gebeurd. Twee meisjes van 4 en 6 kan ik heus wel onder controle houden, maar drie pubers die niet thuis kunnen wonen omdat de ouders het niet aankunnen; daar kan ik natuurlijk niet tegenop. De volgende dag ging ik weer een paar uur bij Nicola aan het werk. Inmiddels was ik compleet uitgeput door een week amper slapen, al het gedoe met die stomme kat, en was ik ook klaar met Bella. Bovendien vond ik het meer dan oneerlijk dat ik opgezadeld was met Bella's feestje, terwijl Nicola en Peter lekker thuis zouden zitten. Toen ik, terwijl ik op verzoek van Nicola een taart voor Bella aan het maken was, op Facebook een oproep van Bella zag, 'Wie heeft er zin in een feestje vanavond?' stortte ik compleet in. Gelukkig had Nicola er erg veel begrip voor en hebben ze het toen opgelost door buurman Brad in te zetten als feest bewaker en kon ik weer boven in mijn 'eigen' bed slapen. Zonder kat.

Al snel was de rust terug in huis en konden Nicola en ik ons goedwerkende ritme weer oppakken. We konden het goed met elkaar vinden en hebben hele goede gesprekken gehad, leuke tripjes gemaakt en genoten van het lekkere eten. Ook konden we na een paar dagen weer genieten van Bella's gezelschap. Met z'n drieën hadden we het altijd heel gezellig, en op een gegeven moment ging Bella ook niet meer naar Basil, het was té leuk bij Nicola. Ik besloot om nog een maand langer te blijven; begin juni kwamen er twee andere meisjes bij Nicola Helpxen, en tot die tijd heb ik echt genoten van mijn tijd in Denmark. De omgeving is prachtig, en ook de mensen in Denmark zijn fantastisch. Het laatste weekend zijn we op een kampeertrip geweest met een Aboriginal elder, Joey. We zijn beschilderd met rode oker, we hebben gedanst (ik was met Bella kangoeroe), we hebben een vuurceremonie meegemaakt en we zijn door Joey 'geheald' in het water waarbij hij mij kon vertellen dat als de steen 'high vibrations' doorgaf (ja) ik mijn plek op de wereld nog moest vinden. Maarja ik ben dan ook op reis. Op de terugweg zijn we nog langs 'Lily the Dutch Windmill' geweest, inderdaad een molen gebouwd door twee Nederlanders mét vakantiehuisjes. Tijdens het weekend was het prachtig weer, maar 's nachts vroor het, wat ik nog steeds liever heb dan alleen maar regen. Op mijn laatste avond in Denmark hadden we een afscheidsetentje met veel van de leuke mensen die ik ontmoet heb. Het was heel lastig om afscheid te nemen, maar ik kijk terug op een hele mooie ervaring!

Van Denmark ging ik weer terug naar Perth, waar ik wel weer heel erg moest wennen aan het reizen en het alleen zijn, maar dat is ook logisch. Mijn plan was om in ongeveer een maand langs de westkust naar het noorden te reizen, maar het was nogal een gedoe om dit allemaal uit te zoeken. In tegenstelling tot de oostkust wonen er in het westen weinig mensen en zijn er ook weinig reizigers. Ik had wel gehoord dat het heel mooi zou zijn en ik was ook heel benieuwd naar deze kant van het land. Weinig reizigers betekent weinig bussen en hostels, en omdat ik er niet helemaal uitkwam ben ik maar naar het Informatiecentrum voor West Australië gegaan. Een hele behulpzame man heeft mij een half uur lang van alles verteld, en zoals altijd zijn er drie opties: auto huren, toer boeken, of met de bus reizen. Een auto huren is meestal de beste optie, maar niet als je alleen reist; dat is namelijk heel duur en heel saai (3000km in je eentje in een auto). Van georganiseerde toers houd ik niet zo; twee weken met mensen die je niet kent (en vooral: niet per se mag) in een busje en vooral geen vrijheid om te doen waar je zin in hebt. Bovendien had ik een maand, en de toer was minder dan twee weken. Oftewel, ik ging met de bus, maar er is dus maar één busmaatschappij die helemaal naar Broome gaat, en die gaat drie keer per week. Bovendien gaat hij naar een paar plaatsen niet helemaal, en dus moet je een lift hebben van de snelweg naar het plaatsje zelf. Die ochtend heb ik een planning gemaakt en 's middags ging ik terug naar het informatiecentrum om een buspas en een korte toer (door Karijini National Park) te boeken. De behulpzame man was aan de telefoon en dus werd ik geholpen door een vrouw met dezelfde goede intenties, maar wat minder kennis. Toen ze alles eenmaal geboekt had bleek dat de toer niet was als we dachten, en kwam het wat betreft data helemaal niet uit. Ook zou ik dan een hele nacht in de middle of nowhere moeten wachten, en dat leek me geen goed plan. Gelukkig was de behulpzame man er ook bij komen zitten en heeft hij me geholpen een nieuw plan te maken, en de kosten te berekenen. Alles werd gecancelled, een nieuwe toer geboekt, en twee uur later stond ik buiten met een goed plan. Zo aardig van deze mensen om me zo goed te helpen!

De volgende dag ben ik vooral bezig geweest om alle bussen, hostels en shuttles te boeken. Het is altijd een beetje een dilemma; laat je alles open, zodat je ter plekke kunt beslissen of je lang wilt blijven of snel weg wilt, of boek je alles, zodat je zeker weet dat er overal plek is en je er niet meer over hoeft na te denken. Aangezien er weinig bussen en hostels waren heb ik deze keer maar voor optie twee gekozen, en het was een hele opluchting om alles geregeld te hebben.

Daarna kon ik weer lekker gaan sightseeën. Ik ben een dagje naar Fremantle geweest, wat heel mooi scheen te zijn. In het centrum aangekomen vond ik het nogal een vies gebeuren met veel dodgy mensen, maar later vond ik gelukkig het mooie gedeelte aan het water met alle 'oude' gebouwen. Eerst ben ik naar The Round House geweest, één van de gebouwen; een gevangenis. Het leukste waren de twee (vrij oude) vrijwilligers, die mij van alles verteld hebben over het gebouw, de geschiedenis, welke informatie op de borden niet klopte (huh?) en waar ik nog meer naartoe kon. Toen ik zei dat ik Nederlands ben moest ik van hun natuurlijk naar de Schipwreck Gallery, maar dat was mijn plan sowieso al. De Schipwreck Gallery is namelijk een soort tentoonstelling over de geschiedenis van de Nederlandse zeevaarders. Het waren de Nederlanders die Australië ontdekt hebben in 1606, maar dat was eigenlijk per ongeluk. Ze probeerden een nieuwe, betere zeeroute uit om in Batavia (Jakarta) te komen. Toen er een keer een fout gemaakt werd, en het schip te lang in westerlijke richting gevaren is, zijn ze terecht gekomen op het rif langs de kust van West Australië. Er zijn later vele andere schepen gezonken nadat ze op het Australische rif terecht gekomen waren, waarvan de Batavia misschien wel de bekendste is. Een deel van de Batavia is later van de zeebodem gehaald, gereconstrueerd, en dat deel staat nu in de Schipwreck Gallery in Fremantle. De Nederlanders waren trouwens helemaal niet geïnteresseerd in Australië. Ze waren in deze periode alleen geïnteresseerd in handel, en ze vonden op het Australische land niets wat ze konden doorverkopen. (Later is Abel Tasman, naar wie het eiland Tasmanië vernoemd is, ook nog aan de oostkust geweest, maar het waren de Engelsen die in 1770 het land geclaimd hebben, omdat ze een plek nodig hadden om hun gevangenen te dumpen)

Nou, genoeg geschiedenis. Verder ben ik nog naar Kings Park geweest, naar Cottlesloe Beach (daar was ik na al de prachtige stranden in Denmark niet zo van onder de indruk), ik heb even gedacht dat ik naar een museum moest gaan maar daar had ik eigenlijk geen zin in. Ik heb nog wat leuke mensen ontmoet in het hostel en ook heb ik nog even goed rondgekeken in de leuke winkeltjes en cafeetjes, want die verwachtte ik verder naar het noorden niet te vinden (en mijn verwachting bleek te kloppen).

Op 12 juni heb ik de bus naar Geraldton genomen, het duurde maar zes uur. De hosteleigenaresse was erg aardig en ik was ook blij verrast om lossen bedden te zien in plaats van stapelbedden. Geraldton heeft op zich een mooie plek aan de kust, maar het uitzicht wordt nogal verpest door alle industrie die heel dicht bij het centrum plaats vindt. Wel hebben ze er een leuk museum, met wederom een Schipwreck Gallery, zodat ik kon testen hoeveel ik onthouden had uit Fremantle. Ook staat er een enorme kathedraal, wat er heel vreemd uitziet in zo'n kleine stad en waar het bovendien zo donker was dat ik me Dan Brown scènes voor ging stellen. Het is een stukje wandelen, maar toen ik eenmaal in 'West End' aangekomen was kon ik het industrieterrein niet meer zien, wat het strand een stuk mooier maakte. Jammer genoeg mag je daar wel met de auto op het strand rijden (waar ik het nut niet zo van zag, maar goed) en je moet dus wel uitkijken dat je niet plat gereden wordt. Dan is er nog het HMAS Sydney II Memorial, een kunstwerk om te herdenken dat een militair schip gezonken is tijdens de Tweede Wereldoorlog. En toen had ik alles gezien wat er in Geraldton te zien is. Het kwam dus goed uit dat de volgende dag mijn bus naar Kalbarri ging.

Nog voor ik in de bus stapte had ik al vrienden gemaakt met Ann en George, een ouder echtpaar dat meteen erg geïnteresseerd was in wie ik was en wat ik daar deed, en zich zorgen maakte om mijn tas ('hij zal wel erg zwaar zijn!'). Eenmaal in de bus bleek ik naast ze te zitten ('Oh dat is gezellig!'). Ik stapte in Kalbarri uit bij het Visitor's Centre terwijl zij naar de volgende halte gingen, en natuurlijk zwaaiden ze nog even naar me! Het was niet ver lopen naar het hostel, maar na 100 meter stopte er een vrouw in een auto met de vraag of ik Pipi ben; ja dus. Zij bleek de eigenaresse van hét hostel (precies, niet 'een' maar 'het') zag me lopen en dacht dat ik vast een lift wilde. Zo aardig! Ook haar man was erg vriendelijk en heeft me goed kunnen adviseren over de omgeving. Ik was nog net op tijd om boodschappen te kunnen doen in dé supermarkt, die een stuk kleiner was dan de gemiddelde supermarkt. Daar kwam ik natuurlijk mijn vrienden Ann en George tegen. 'Oh wat leuk om je weer tegen te komen! Heb je het hostel wel kunnen vinden? Zijn alle mensen aardig?' en even later 'Wat ga jij eten? Wij eten opwarmmaaltijden, dat doen we normaal nooit hoor!! Maar het is wel makkelijk!' en even later 'Heb jij George misschien ergens gezien?' en even later 'Ik heb hem gevonden hoor!' en even later 'Nou wij zijn klaar we zien je vast nog wel een keer!'. Eenmaal terug in het hostel heb ik ook mijn andere nieuwe vrienden ontmoet: mijn kamergenote Bim, een oudere Australische vrouw die de eerste ochtend tot wel 9 uur(!) in bed lag ('dat doe ik normaal nooit hoor!'), Neill, een iets minder oude Australische man die ik in Perth al was tegengekomen en die me meteen ging helpen om mijn spullen in de koelkast te leggen, en Hubert, een Maltese jongen die ook al vrienden was met Bim en Neill en waar ik erg blij mee was, omdat ik nog nooit een Maltees had ontmoet. Het is eigenlijk altijd leuk als mede-reizigers niet Duits, Frans of Engels zijn, want die zijn er zóveel. Ik wist bijvoorbeeld helemaal niet wat ze op Malta spreken. Nou, Maltees dus, weer wat geleerd. Samen met mijn nieuwe vrienden heb ik Masterchef en één of andere Australische quiz gekeken en gezellig gepraat over alle mooie plekken op de wereld.

De volgende dag was het (nog) heel mooi weer dus kon ik mooi Kalbarri verkennen. Nou hadden jullie misschien al door dat Kalbarri niet zo ontzettend groot is, maar er zit wel een enorm stuk kustlijn en National Park aan vast. Zonder fiets of auto kwam ik niet veel verder dan de lookout, maar dat was dan ook heel mooi. Terwijl ik daar lekker zat kwam een ander ouder echtpaar (van deze leeftijdscategorie moet ik het in West Australië blijkbaar hebben) naar boven gelopen en ja hoor, natuurlijk herkenden ze me uit de bus ('Ik zag het aan je haar!'). Wederom gezellig gepraat, gehoord wat zij die dag zoal gedaan hadden en natuurlijk wat ze de vorige avond gegeten hadden. Aan het einde van de dag begon het wel erg grijs te worden maar ik dacht dat ik de regen wel tegen kon houden door in mijn korte broek met slippers gewoon buiten te blijven zitten, en dat bleek te kloppen. Natuurlijk kwamen Ann en George nog even langs voor een praatje en ze waren natuurlijk weer heel blij mij te zien. Terug in het hostel vertelde Bim mij dat mijn vriendinnen ook aangekomen waren. Vriendinnen? Heb ik hier vriendinnen? Het bleken twee meisjes te zijn die ik in Geraldton ontmoet had en ja in zo'n kleine plaats kom je elkaar al snel weer tegen. Een Franse en een Belgische (maar de Franse kant, dus gewoon een wannabe-Franse) die niet helemaal begrepen dat we hier allemaal vrienden en sociaal waren en ze werden dus nogal boos aangekeken toen ze maar met hun telefoons bleven prutsen. Ik heb gelukkig nog geleerd dat ze op Malta links rijden, wat traditioneel Australisch eten is (geroosterde kip of lam, of natuurlijk barbecue of 'barbie' die altijd door mannen verzorgd wordt) welke plantensoorten allemaal bedreigd zijn (allemaal weer vergeten, specialisme van Neill) en dat ik toch echt wel een keer naar Peru moet.

Zoals voorspeld heeft het daarna twee dagen lang vooral geregend. Dat was jammer want met regen ga je natuurlijk niet zo makkelijk naar buiten, maar ook werd de weg van het National Park afgesloten. Dat was, zoals meestal het geval is, een onverharde weg en ze vertrouwen toeristen niet op een ondergelopen onverharde weg. Gelukkig had ik mijn nieuwe vrienden en hadden we een huiskamer waar iedereen lekker kon rondhangen. In de middag werd het gelukkig nog iets droger en toen mocht ik met het Franse en wannabe-Franse meisje mee; zij hebben een auto en gingen langs de mooie plekken langs de kust rijden, wat in deze situatie toch wel een stuk aantrekkelijker was dan fietsen, zoals mijn oorspronkelijke plan was. Echt een prachtig gebied, ik ben heel blij dat ik het nog heb kunnen zien. De volgende dag ben ik 's morgens naar het voeren van de pelikanen geweest, dat doen ze in Kalbarri elke ochtend. Nooit geweten dat pelikanen zo ontzettend groot zijn! Daarna ben ik nog even de andere kant van Kalbarri gaan verkennen, waar ik natuurlijk Ann en George tegenkwam. (Ze wilden de avond ervoor fish and chips halen, maar het restaurant was dicht, dus toen hebben ze weer een opwarmmaaltijd gekocht, terwijl ze dat normaal echt nooit doen!) Het was mijn laatste dag in Kalbarri en ik baalde wel een beetje dat ik het national park niet in was geweest. De weg was inmiddels open en ik heb nog even gedacht om een auto te huren, maar meer dan 20 km over een onverharde weg zag ik toch niet zo zitten in m'n eentje. Ik was dan ook heel blij toen de Maltees en zijn Maltese vrienden, die inmiddels ook aangekomen waren, vroegen of ik mee ging naar 'Nature's Window' (in het park). Het plan was om de zonsondergang te zien maar daarvoor waren we te laat en bovendien was het daarvoor te bewolkt. Het is wel echt een prachtige plek en het was bijzonder om op zo'n plek te komen als iedereen al weg is. Zowel op de heen- als de terugweg was ik wel een beetje bang dat ik de autotrip niet zou overleven, het scheelde niet veel of we waren eerst uit de bocht gevlogen, later dwars door een kangoeroe heen gereden en daarna recht door het dode eind van een t-splitsing geschoten. Het scheelde allemaal net genoeg.

Op de dag van vertrek ging de wekker om half 4. Het lastigere deel van mijn trip ging nu beginnen. Tot aan Kalbarri kon ik nog reizen met TransWA, bussen van de staat. Na Kalbarri was er nog maar één optie: Integrity Coachline. Deze bus rijdt helemaal van Perth naar Broome, alleen niet door alle plaatsen; bij Kalbarri en Denham (mijn volgende bestemming) gaat hij maar tot de afslag op de snelweg en moet je dus een lift hebben van het hostel naar de snelweg en omgekeerd. Gelukkig was in Kalbarri de hosteleigenaar ook meteen de man die deze shuttles verzorgde, dus na een uur rijden en maar één bijna-aanrijding met een kangoeroe stonden we langs de snelweg te wachten op de bus. Gelukkig ging Nick, een Engelse jongen, naar dezelfde plek en bleef de hostelman wel met ons wachten. Twee uur later waren we bij Overlander Roadhouse, waar we opgehaald zouden worden. Het was een beetje vreemd toen er wel een man naar Nick toe kwam, maar die niet voor mij leek te komen, terwijl ik toch echt ruim op tijd gebeld had. Gelukkig kon ik toch mee, want 180 km is wel heel ver lopen. Er was blijkbaar iets mis gegaan in het kantoor. Deze man was de tegenpool van de aardige man in Kalbarri. Hij zei geen woord, luisterde onder het rijden een luisterboek, wat natuurlijk doodsaai is als je daar halverwege invalt. Eenmaal bij mijn hostel aangekomen was hij behoorlijk boos dat ik het geld ($71,40, wie bedenkt zo'n bedrag?) niet gepast had. Ik zei dat ik niet wist dat dat moest, hij zei dat dat me aan de telefoon verteld was want dat was het protocol. (Zo'n typisch welles nietes gesprek) Even wilde ik vragen of vergeten mij op te halen of op te schrijven ook deel van het protocol was, maar ik moest ook nog een lift terug hebben.

Toen de receptie van het hostel open ging kon de mevrouw mij vertellen dat mijn vriendinnen er ook al waren, inmiddels wist ik wie ze bedoelde. Het was jammer dat mijn telefoon om de één of andere reden niet werkte, het is namelijk altijd fijn om contact met de buitenwereld te kunnen hebben en dingen op te kunnen zoeken op internet, vooral als je net op een onbekende plaats aankomt. Maar informatiecentra hebben mij tot nu toe altijd goed op weg kunnen helpen, dus ben ik daar maar even gaan vragen. Wederom een erg aardig meisje gaf me goede informatie, maar kon mij helaas ook vertellen dat ook dít nationale park gesloten was vanwege de regen. Gelukkig kwam ik vooral voor Monkey Mia, een resort 25 km verderop waar elke ochtend wilde dolfijnen gevoerd worden en waar je de rest van de dag dolfijnen heel dicht bij het strand kunt zien jagen. Ook zijn vanaf daar dagelijk cruises om ook andere dieren te kunnen zien. Het probleem was een beetje dat ik natuurlijk geen auto heb en dat 25 km lopen misschien wel te doen is, maar dat dat bij een enkele reis zou moeten blijven en ik wilde natuurlijk ook nog terug. Het meisje van de informatie zei dat het geen probleem zou zijn; zij weten elke dag van genoeg mensen die ernaartoe rijden en haar vrienden werken op de boten dus ze zou één van hun vragen of ze me terug konden brengen. Zo aardig! Ze moest alleen wel een telefoonnummer van mij hebben en mijn telefoon werkte dus niet. Nee zei ze, dat komt omdat je hier alleen bereik hebt met een beperkt aantal providers, en de mijne werkte duidelijk niet. Dus even op zoek naar een nieuwe sim en proberen die aan de praat te krijgen. Registreren duurt altijd een paar uur, maar ik heb de cruise maar vast geboekt en het nummer doorgegeven. De rest van de dag bestond eigenlijk uit één groot blok frustratie over mijn nog-steeds-niet-werkende nieuwe sim en ik had inmiddels ook het idee dat het aan mijn telefoon lag. Toen bleken mijn nieuwe vrienden toch vooral vage kennissen want toen ik vroeg of ik heel misschien mijn sim in hun telefoon mocht proberen waren ze toch echt te bang dat ik hun telefoons stuk zou maken. Ik kon dus geen telefoontje ontvangen van het aardige meisje terwijl mijn lift al vroeg op de ochtend zou zijn. Toen ik het echt niet meer wist heb ik het maar opgegeven.

De volgende ochtend ben ik dus maar gewoon vroeg opgestaan en heb ik voor het hostel gewacht of iemand me heel misschien op kwam halen, maar dat was helaas niet het geval. Toen het informatiecentrum open ging ben ik daar dus maar wanhopig heen gegaan, waar een andere aardige vrouw even iemand heeft gebeld en ja hoor, over tien minuten ging iemand toevallig die kant op, en ik kon meerijden! Het bleek Lane, een jongen die op mijn boot werkte, met zijn oom. Lane wist van alles over Amsterdam en was erg geïnteresseerd in cocaïne en wiet, maar hij was ook gewoon heel aardig. Ik kon me in Monkey Mia nog een paar uur vermaken voor mijn cruise begon, maar het voeren was helaas al afgelopen. De cruise was heel leuk; we hebben een hoop dolfijnen gezien, springende tonijnen, een enorme krab en een mega schildpad. Met deze cruise kreeg je gratis een zonsondergang cruise, maar het was erg bewolkt en ik wilde ook wel graag een manier vinden om weer terug in Denham te komen. Ik ben maar gewoon de parkeerplaats opgelopen en heb aan een man bij een auto gevraagd of ik misschien een lift kon krijgen. Ja hoor geen probleem, zij zouden alleen wel eerst de zonsondergang cruise nog doen, dus dat heb ik ook maar gedaan. Mijn verwachting bleek te kloppen; als je de zon niet kunt zien kun je hem ook niet onder zien gaan, en het ging ook nog regenen. Ook was er een meisje naast me komen zitten, wat op zich leuk is natuurlijk, maar toen ik me voorstelde ging ze hard lachen en zei 'Wat een rare naam!'. Jullie zullen begrijpen: einde van het gesprek. Op de terugweg hebben de mensen in de auto me gelukkig nog leuke dingen kunnen vertellen over de plekken die ik nog ga zien!

Na twee toch wel stressvolle dagen heb ik de volgende dag lekker uitgeslapen en mijn boek gelezen. Het regende trouwens ook, dat is altijd een goed excuus om lekker niks te doen. Er was in Denham trouwens toch niks te doen, wat wel jammer was. De volgende dag wilde ik toch dat dolfijnvoeren nog graag zien dus ik besloot maar gewoon naar buiten te gaan en mensen om een lift te vragen. Best wel eng hoor, maar ik heb een meisje gevonden dat daar werkt en mij best een lift wilde geven. Nou het dolfijnen voeren. Ik ben natuurlijk niet bepaald een dierenliefhebber, en ze voeren vind ik al helemaal doodeng, maar dolfijnen had ik nog steeds niet echt gezien (één keer heel in de verte, bijna onherkenbaar). Nu kwamen ze echt heel dicht bij, ze poseerden mooi voor de foto, en ik mocht samen met een mevrouw die toevallig naast me stond een vis voeren. Stiekem toch wel leuk hoor. De rest van de dag op het strand gelopen en inderdaad de dolfijnen zien jagen, met pelikanen achter zich aan. Heel vals is dat; ze laten de dolfijnen de vissen opjagen en de pelikaan schept ze daarna zo uit het water zonder moeite te doen. Ik kreeg met hetzelfde meisje ook weer een lift terug. In het hostel ben ik lekker neergeploft voor de tv, maar de rust duurde niet lang. Een Frans stel begon ruzie te maken in de badkamer, misschien dachten ze we ze door het geluid van de douche samen met de muziek die ze aanhadden niet konden horen. Helaas verstond ik er niks van. De volgende dag nog maar een rondje Denham gedaan en daarna lekker in het hostel gezeten met mijn Australische kamergenote, die me kennis heeft laten maken met de Australische 'Goede tijden slechte tijden'.

De volgende dag was het gelukkig weer tijd om te vertrekken; ik had een beetje te veel dagen uitgetrokken voor Denham maar aangezien ik alles dus al geboekt had kon ik er niet meer echt veel aan doen. Het was weer een vroege ochtend; om half 6 zou ik opgehaald worden door de chagrijnige man. Ik maakte me wel een beetje zorgen aangezien ze me vorige keer ook al vergeten waren, en ik kon ook niet bellen om het te checken. Hij kwam een kwartier te laat, maar hij kwam wel, en om acht uur zat ik weer in de bus naar mijn volgende bestemming: Coral Bay.

Coral Bay is een piepklein plaatsje, twee campings, een hostel, een 'supermarkt' en een bakker. Maar het heeft een prachtig strand, heel mooi helder water en een prachtig koraal rif vlak voor de kust. Ik heb de eerste dagen gewoon lekker op het strand gelegen, zonder te verbranden, waar ik best trots op was. Een ochtend besloot ik dat ik toch maar even de zon uit moest dus heb ik de was gedaan (jaja, spanning en sensatie). Terwijl ik zat te wachten kwam er een meisje bij me zitten dat op zich wel aardig was, maar toen ik zei dat ik Nederlands ben zei ze 'oh maar je bent maar alleen, dan is het niet erg'. Dat moest natuurlijk even uitgelegd worden: in élk hostel waar ze was geweest (in 13 maanden) deelde ze een kamer met twee Nederlandse meisjes die op stap gingen en dan met veel kabaal terugkwamen. 'Elk hostel?' vroeg ik. Ja echt overal hetzelfde probleem. Maar verder vond ze Nederlanders wel okee. Dit en het feit dat zij het backpackers-syndroom van 'oh wat ben ik toch interessant' had, weerhielden mij er wel van om veel langer met haar sociaal te doen. Ik moest toch nodig eens bij mijn was gaan kijken. Op de laatste dag in Coral Bay ben ik op snorkeltoer geweest, wat echt heel leuk was! De boot had een glazen bodem, zodat je onderweg al van alles kunt zien. Het koraal is minder kleurrijk dan op andere plekken, maar onze gids John verzekerde ons dat het niet dood was, het is gewoon een ander soort koraal. Ik heb hele leuke kleurrijke visjes gezien (met allemaal namen die ik vergeten ben). We mochten twee keer het water in, en ik verbaasde mij er nogal over dat heel veel mensen het water uitgingen voordat de tijd om was. Op het laatst was ik als enige over en was ik op weg naar de boot toen ik me nog even omdraaide en een haai zag! Een rifhaai, dus die doen je niet zoveel kwaad, heel leuk om er één te zien!

En vandaag heb ik de bus genomen van Coral Bay naar Exmouth. Best wel een leuke plaats, groter dan de vorige plaatsen en dus is er een ware supermarkt! Ik stond helemaal versteld van alle keuze die ik ineens had. Exmouth is voor backpackers vooral de plek waar je in het goede seizoen kunt zwemmen met Whale Sharks, de grootste vis die er bestaat. Het is een haaiensoort die alleen kleine visjes en plankton eet en is dus voor mensen niet gevaarlijk. Wel zijn ze groot, vandaar de vergelijking met de walvis, ze zijn gemiddeld tussen de 4 en 12 meter, soms zelfs 18 meter. En ja, dat ga ik dus morgen doen! Spannend is het wel, maar ik heb van al mijn medereizigers gehoord hoe fantastisch het is, dus ik ben heel benieuwd!

En dan gaat mijn laatste maand hier in Australië alweer beginnen! Ik ga eerst met een toer van Exmouth door Karijini National Park naar Broome. Van Broome vlieg ik naar Sydney, waar ik mijn laatste weken zal doorbrengen. En als het goed is ben ik op 31 juli rond 7 uur 's morgens weer in Nederland!

x Pipi

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Pipi

Actief sinds 13 Feb. 2009
Verslag gelezen: 1792
Totaal aantal bezoekers 29402

Voorgaande reizen:

28 Juli 2014 - 28 Juli 2015

Australië #3: Working Holiday

21 December 2012 - 21 Januari 2013

India

10 Juli 2012 - 20 December 2012

Studeren in Sydney

10 April 2009 - 30 Juli 2009

Thailand & Australie

17 Februari 2009 - 16 Maart 2009

Een maand door Europa

Landen bezocht: