Vele kilometers prachtig Australië deel 1 - Reisverslag uit Exmouth, Australië van Pipi Drijfhout - WaarBenJij.nu Vele kilometers prachtig Australië deel 1 - Reisverslag uit Exmouth, Australië van Pipi Drijfhout - WaarBenJij.nu

Vele kilometers prachtig Australië deel 1

Blijf op de hoogte en volg Pipi

29 Juni 2015 | Australië, Exmouth

Lieve allemaal,

tsja, dat ik het in Mildura niet lang vol zou houden was al wel snel duidelijk. Nadat ik op zaterdag en zondag wel even genoten had van de vrijheid en de tijd om Mildura te verkennen (en te ontdekken dat op zaterdag alles om 3 uur dicht gaat) baalde ik wel dat ik te horen kreeg dat er misschien op woensdag werk voor mij was, maar misschien ook niet. Maar, zei hosteleigenaar Tony, als er eerder werk is heb ik je telefoonnummer. Ik baalde dus nogal toen mijn twee motelgenoten (en een paar anderen) ineens dinsdag werk hadden, want hij zou me toch bellen? Blijkbaar werkt het 'systeem', als je dat zo kunt noemen, als volgt: als werkloze moet je elke avond rond 9 uur naar het hostel gaan en hopen dat eigenaar Tony er dan ook is. Dan moet je eerst een tijdje wachten tot hij de rij met (ontevreden) werkers voor je heeft doorgewerkt, en zijn telefoongesprekken heeft beeindigd, om dan na drie kwartier wachten te horen: "nee morgen niet, misschien overmorgen". De volgende dag moet je dus terugkomen en dan hoor je natuurlijk hetzelfde. Donderdag vertelde hij mij dat ik zaterdag sowieso met de andere meisjes mee kon om druiven in te pakken. Dat blijkt daar de meisjesbaan te zijn. Zeven dagen per week, 9 tot 12 uur per dag, druiven in zakjes stoppen, met na elke drie uur een kwartier pauze. Van wat ik van Madly en mijn motelgenoten begrepen heb is het extreem geestdodend en zwaar voor je rug en je voeten, omdat je wel de hele dag staat. Gelukkig betaalt het ook nog heel slecht. Je krijgt namelijk betaald per doos druiven en niet per uur; omgerekend kregen ze tussen de 35 en 70 euro per dag. Maar, dacht ik, dan werk ik ieder geval nog samen met mensen waar ik het goed mee kan vinden. Op vrijdag heb ik dus voor een extra week in het motel betaald en op vrijdagavond ging ik vol vertrouwen naar Tony, want ik moest alleen even checken hoelaat ik de volgende dag dan opgehaald zou worden. Tsja, jullie voelen het misschien al aan; het ging anders dan gedacht. Tony kon de druivenman niet bereiken, dus daar kon hij niks over zeggen ("maar je wist het toch al zeker?"), maar ik mocht wel mee om covers te doen; dat betekent plastic zeilen over de druivenboompjes spannen. En dan zou ik om 6 uur 's morgens opgehaald worden door... iemand. Daar was ik natuurlijk niet zo erg blij mee maarja je moet iets. Tony zou nog proberen die druivenman te bellen (sure...). Toen ik hem later die avond smste om te vragen of hij al meer wist kreeg ik terug 'nee', en toen ik vroeg naar die covers kreeg ik 'ja'.

De volgende ochtend werd ik dus om 6 uur opgehaald door een busje vol met andere werkers, die gelukkig wel aardig waren. Daar aangekomen bond iedereen een bakje om zijn middel en vulde het met spijkers, dus dat heb ik ook maar gedaan. Daarna ging er een rol plakband rond, dus dat heb ik ook maar rond mijn vingers geplakt. Na een uitleg van een minuut konden we beginnen. Ik wist nog net een "collega" om hulp te vragen voor iedereen tussen de bomen verdween. Gelukkig wilde hij me wel even helpen. Het stelt niet zoveel voor; je trekt het zeil naar beneden, vouwt het dubbel, vouwt het dan om een ijzeren draad heen, en daar duw je een spijker doorheen. De moeilijkheid zit hem in het feit dat ik eigenlijk net niet lang genoeg ben om goed bij het zeil te kunnen, en mijn vingers net te zacht zijn om zo'n spijker enigszins comfortabel door vier lagen dik plastic te duwen (vandaar dat je dus plakband om te vingers plakt, dan zijn ze net iets steviger). Na een half uur waren mijn knokkels al open geschuurd door het naar beneden trekken van het zeil. Ik kan niet zeggen dat ik het echt onder de knie heb gekregen. We waren zo'n anderhalf uur bezig toen wij van een andere werker te horen kregen dat de boer ruzie had gekregen met de bestuurder van de traktor, en dat ze allebei weg gegaan waren, dus dat we nog een stukje moesten afmaken maar dat we daarna klaar waren. Twee uur na aankomst zaten we dus alweer in het busje terug (maar niet voordat de tassen gevuld waren met een lading illegaal geplukte druiven). We hebben ongeveer $15 pp verdiend, waarvan we 5 moesten betalen voor vervoer en 5 als commissie voor Tony, dus jullie snappen dat ik erg blij was dat ik bijna 4 uur onderweg was geweest. Ik heb nog wel drie dagen spierpijn gehad.

Na alles wat ik inmiddels gehoord had (heel veel slechte verhalen waar ik jullie niet mee zal lastigvallen) had ik er niet meer zoveel zin in. Niet zozeer het werk zelf, maar vooral de manier waarop je behandeld wordt. Tony, die behoorlijk onaardig is maar waar je toch afhankelijk van bent, onderbetaald worden en dan ook nog geld afstaan aan Tony. Dan is er de druivenman die over de intercom tegen de werkende meisjes begon te schreeuwen. De jongens uit mijn motel die meerdere keren naar hun werk gingen om tevergeefs op een boer te wachten die ineens besloten had om niet te komen. Ze lijken alles te kunnen maken omdat ze weten dat veel backpackers het accepteren omdat ze per se een tweede visum willen. Toen mijn motelgenoten zaterdag terugkwamen met de mededeling dat ze allebei stopten omdat ze er na vijf dagen compleet depressief van waren geworden besloot ik dat dit toch niet de manier is waarop ik mijn waardevolle dagen in Australië wil doorbrengen. Maarja, ik had wel net voor een extra week betaald, dus besloot ik om die week maar in Mildura te blijven zonder te werken maar wel om een nieuw plan te maken en, belangrijker nog, Australian Open te kijken. Natuurlijk kreeg ik de volgende dag bericht van Tony dat ik vanaf maandag in de druivenfabriek aan het werk kon.

Helaas, mijn plan was dus al veranderd, en die maandag was het ook nog eens Australia Day, en dat moet natuurlijk gevierd worden. Het is wel een beetje dubbel; op deze nationale feestdag wordt gevierd dat de eerste vloot aankwam in Australië, maar dat betekende meteen ook het einde van een duizenden jaren oude cultuur van de aboriginals. Toch besloot ik dat kangoeroeburgers eten, goon drinken en nepnagels met de Australische vlag op plakken niet zoveel kwaad kon, en dat heb ik dus gedaan samen met mijn motelgenoten. De festiviteiten in Mildura waren namelijk om half 11 's morgens al afgelopen en dan slapen we natuurlijk nog, dus moesten we het zelf maar gezellig maken! De rest van de week heb ik dus Australian Open gekeken met mijn Franse huisgenoten die absoluut geen Engels begrepen, maar dat heeft ook wel wat! Ook heb ik ervaren hoe het is om 45 minuten naar de 'stad' te moeten lopen als het buiten 38 graden is en er geen wolkje of stukje schaduw te bekennen is. In de tijd die over was (heel veel tijd) heb ik uitgebreid mijn Lonely Planet en verschillende websites bestudeerd.

Vrijdag 30 januari, de dag dat ik precies 6 maanden in Australie was, was ik blij om met de Greyhound bus te vertrekken. Bestemming: Adelaide. Slechts vijf uur met de bus en voor Australische begrippen is dat echt vlakbij. Heel iets anders dan die 'enorme' afstand tussen Leiden en Groningen. In de bus ontmoette ik een Brits echtpaar dat mij heel veel goede tips heeft gegeven over andere plekken in Australië. In Adelaide kwam ik wederom na sluitingstijd aan bij hostel 'My Place', maar gelukkig wilde de eigenaresse de sleutel en code voor me achterlaten. In Adelaide was het eerst tijd voor wat sightseeing. Het is een hele leuke stad, een stuk kleiner en rustiger dan Sydney, maar er is wel van alles te doen. Binnen een paar dagen was ik dus al in de Botanic Gardens geweest, en in de State Library, de Art Gallery, the museum of South Australia, het immigratie museum, op de top van Mount Lofty, naar het strand, de bioscoop en vele leuke winkels en koffietentjes. Inmiddels had ik ook mijn volgende werkplek al geregeld maar omdat ik daar nog niet meteen terecht kon had ik dus rustig de tijd om ook Haigh's chocoladefabriek te bezoeken, waar iedereen vooral naartoe gaat voor de gratis chocola en het rek met afgekeurde misvormde bonbons die nog heel lekker zijn, maar dan een stuk goedkoper. Ook zijn er in Adelaide, in tegenstelling tot alle andere steden, veel fietspaden, zelfs stoplichten en gratis leenfietsen. Dat vond ik na een half jaar niet fietsen wel een goed idee. De mevrouw bij de verhuur vertelde mij dat er veel paden door het park lopen, maar je gaat natuurlijk niet een dag rondjes door een park fietsen. Nee, ik wilde een tocht maken. Ze zei dat er een pad langs de rivier was dat helemaal naar de Adelaide Hills liep, een route van 10 km. Dat leek mij wel prima te doen, dus niet veel later was ik, met een helm op want dat is daar verplicht, op pad. Het was even zoeken, vooral omdat op grote kruispunten de fietspaden ineens ophouden (ze snappen blijkbaar niet helemaal hoe ze dat moeten organiseren). Dan moet je dus over de stoep, maar je mag natuurlijk niet over de stoep fietsen (dacht ik, want in Australië mag dat juist wel, ontdekte ik later), dus dan lóóp je met je fiets in je hand en helm op, wat voor veel vragende blikken zorgt. Uiteindelijk heb ik het pad gevonden, maar op het bordje stond dat de route niet 10 maar 20 km was. 'Nou ik ben een Nederlander hoor, 40 km kan ik heus wel fietsen'. Nou viel dat even tegen. Ik blijf erbij dat het vooral aan het zadel lag, dat keihard was, waardoor ik na 5 km al niet meer lekker zat. Het hielp ook niet dat het best wel heuvelachtig was (en dat is best eng als je maar één handrem hebt) en dat de bordjes niet op de kruispunten stonden, maar 50 meter verderop, waardoor ik dus nogal wat heb moeten zoeken. Stiekem durf ik nu wel toe te geven dat 40 km misschien iets te ambitieus was. Hoe dan ook, 5 km van de finish besloot ik dat het wel genoeg was en ben ik omgekeerd. Gelukkig maar, want eenmaal op de terugweg besloot ook mijn ketting dat het wel genoeg was geweest, dus die is er een keer of zes afgevallen. De zadelpijn was inmiddels zo erg dat ik elk kwartier maar even gestopt ben. Ik was erg blij toen ik weer bij de fietsenverhuur was, maar het was een mooi tochtje.

De maandag voor mijn vertrek had ik nog een mooie toer door de Barossa Valley geboekt, en wel een wijnproeftoer. Barossa Valley is één van de bekendste en grootste wijnregio's in Australië en dit is ook de regio die een paar maanden geleden getroffen is door de grote bosbranden. Ik werd om half 8 opgehaald bij mijn hostel, wat ik nogal vroeg vond om aan de wijn te beginnen, maar gelukkig was het nog twee uur rijden en zijn we onderweg gestopt bij onder andere het grootste hobbelpaard ter wereld. Dat klinkt heel spannend (misschien ook wel niet) maar het hobbelt niet, dus eigenlijk is het een groot metalen 'ding' in de vorm van een hobbelpaard. Hoe dan ook, om half 11 kwamen we aan bij Jacob's Creek voor een rondleiding en de eerste serie wijnen. Na de tweede winery hadden we een heel lekkere barbecue lunch met onder andere kangoeroesteak, waarna we nog twee wineries bezocht hebben. Er waren een paar verdwaalde deelnemers op de toer; een groepje oudere mensen die wel graag een sjieke wijnproeverij wilden, maar dan wel zonder veel te betalen. Dan kom je al snel in een krakkemikkig busje met backpackers terecht, waar ze volgens mij niet heel blij mee waren. Gelukkig waren er ook wat mensen op de toer waar ik het goed mee kon vinden.

Op woensdag 11 februari heb ik de bus genomen naar Murray Bridge, zo'n twee uur van Adelaide, waar ik opgehaald werd door Graham, de eigenaar van Tobalong Tomatoes; mijn eerste helpx adres. Helpx was namelijk mijn nieuwe plan. Het is een website waar je je aan kunt melden als host of helper. Een helper werkt dan 4 tot 6 uur per dag voor de host in ruil voor eten, onderdak, culturele uitwisseling en als je geluk hebt wat leuke uitjes. Op deze tomatenboerderij waren ook zes andere helpers en we hadden ons eigen huisje los van het huis van de boer en zijn vrouw. Nadat ik voorgesteld was aan alle mensen op de boerderij (naast de zes 'vrijwilligers' nog twee betaalde werkers) kon ik meteen aan het werk, en wel samen met de boer. Het was geen makkelijke ochtend. Hoewel mijn Engels inmiddels aardig goed geworden is, is mijn kennis van boerderijgereedschap en planten over het algemeen beperkt, laat staan dat ik de Engelse woorden voor kniptang, kas en hark weet. Graham praat bovendien met een vrij sterk accent en hij mompelt, en als je zegt dat je het niet begreep zegt hij nog een keer precies hetzelfde maar dan terwijl hij vast wegloopt. Omdat hij het leuk vond liepen we nog even langs alle groenten die hij naast de vele tomaten ook verbouwt, waarbij ik dus elke plant moest benoemen. Mais gaat nog wel en ook basilicum herkende ik. Maar hoe een paprikaplant eruit ziet? Of een courgetteplant? Graham vond het in ieder geval erg leuk dat ik niet alles wist. De andere helpers namen me gelukkig snel op in de groep en deelden mijn frustraties over Graham. Maar ze leken allemaal lang niet zo wanhopig en depressief als de backpackers die ik in Mildura heb ontmoet.

Op dag twee bleek mijn grote angst voor het boerderijleven niet onterecht; er was een bruine slang gezien. En bruine slangen zijn giftig (als in: als ze je bijten ga je dood) dus daar was ik niet blij mee. Gelukkig vond niemand het echt leuk dus de boer zou proberen hem te vangen. Intussen waren wij gewoon onkruid aan het wieden, wat ik nog best wel leuk vond. Ze hadden namelijk karretjes waar je op kunt zitten en je rolt dus zo tussen de tomatenplanten door. Ik vond het niet meer zo leuk toen Hisayo, één van de andere helpers, tussen de planten het oude vel van de slang vond. Maar, dacht ik, ik ben hier niet alleen en we maken veel lawaai, wat een slang wel weg zou moeten jagen, dus het komt vast goed. Eenmaal weg uit de kassen en veilig terug in de shed, besloot Graham dat we nog wel wat extra boerenkool nodig hadden. Of ik dat wel even wilde gaan plukken. Nouja, nee kun je natuurlijk niet zeggen, dus daar ging ik, als een idioot stampend en neuriënd, paniekerig om me heen kijkend, als een ware held helemaal naar de andere kant van het terrein. Natuurlijk heb ik geen slang gezien. Niemand heeft de slang weer gezien.

Nou dat was denk ik wel het grootste avontuur. Tijdens mijn twee weken op de boerderij heb ik verder tomaten geplukt, ingepakt (cherrytomaten inpakken was mijn favoriet), gesorteerd op klein, middel, groot, extra groot en 'saus' (te zachte of lelijke tomaten). Ook waren er paprika's, courgettes, pepers, kool, bloemkool, broccoli, aubergines (van dit woord heb ik al twee keer de nederlandse vertaling moeten opzoeken) om te plukken en in te pakken. Ook moesten we een keer 'prunen', de planten opnieuw om een verticaal touwtje heen wikkelen. Wat bleek; niet mijn grootste talent. Toen Graham kwam kijken hoe het ging besloot iedereen maar dat ik voor dit onderdeel gezakt was, en toen mocht ik met hem mee om zijn tuinbesproei installatie te repareren. Het kwam er op neer dat hij ingewikkelde dingen deed en ik de kraan open moest draaien als hij 'nu' riep. Dat kon ik wel heel goed. Ik ben ook twee keer met Graham op pad geweest. Één keer naar de wholesalemarket in Adelaide waar hij alleen een lading dozen tomaten moest afleveren, maar wat wel anderhalf uur rijden is. Oja en vertrek was om 4 uur 's morgens. Tijdens deze rit werd ik getest op kennis van dierennamen. Hoe heet een mannetjes paard? En een vrouwtjes paard? En een baby paard? En een varken en een koe en een schaap en een kangoeroe, nouja jullie snappen het idee. Ook kreeg ik uitleg over alle vormen van football en rugby competities, wat mij natuurlijk ontzettend interesseerde. Tijdens de tweede trip controleerde hij of ik alles onthouden had (nee). Dit keer gingen we naar een Farmers Market waar we daadwerkelijk groenten gingen verkopen. Nouja, hij deed dat samen met een verkoophulp; ik hoefde alleen maar alles bij te vullen. En in de hitte dozen uit de 'ute' te halen. (oja dat vond hij op dag één ook al geweldig, dat ik niet wist wat een 'ute' was. Het is een afkorting van 'utility vehicle'. De auto...) Dat was een heel leuke dag; ik mocht op mijn gemak rondkijken bij alle andere stalletjes, gluren bij de concurrentie om hun prijzen te checken, en vruchtensapjes drinken; de buren verkochten dit, maar wij kregen ze natuurlijk in ruil voor een zak tomaten. Om 12 uur ging de markt vervroegd dicht vanwege de hitte en toen konden wij lekker gaan lunchen samen met de champignonnen boer.

Het lijkt misschien alsof ik heel negatief ben over Graham, en dat was in het begin ook echt wel zo, maar toen ik zijn accent en gevoel voor humor beter begreep ben ik hem wel gaan waarderen. Samen met alle andere werkers had ik echt leuke dagen. Als wij om half 3 klaar waren met werken bedankte hij ons voor het werk van de dag en dronk hij nog een biertje met ons. Minder te spreken was ik over Judith, zijn vrouw (boerin kan ik haar echt niet noemen). Als wij op de dag vóór de markt rond half 2 alle groenten keurig hadden ingepakt, en Graham ons een uur eerder vrij wilde geven, dan kwam zij meestal wel zeggen dat we bij haar in de tuin onkruid konden komen wieden. Als beloning voor ons harde werken. Zij bracht ons elke week ingredienten waar wij dan zelf ontbijt, lunch en avondeten van konden maken. De meeste ingrediënten lagen in de koelkast in hun schuur (aan de andere kant van het terrein). Dan kon ze in de gaten houden of we niet teveel aten. Bovendien hadden wij alleen een piepkleine koelkast, ze was bang dat we een grote koelkast helemaal vol zouden leggen met bier. Elke week moesten twee helpers zich opofferen om met haar boodschappen te gaan doen. Dan konden we zien hoe ze voor ons eten alle prijzen vergeleek, hoe ze voor zichzelf alle luxe producten in de wagen legde en voor ons alleen de goedkoopste. Toen we vroegen om kaas zei ze dat dat alleen mocht als het in de aanbieding was. Er waren ook twee goede dingen aan Judith. Ze bakte geregeld koekjes en cakes voor onze 'smoko'; zo noemden ze de ochtendpauze. (Precies op die dagen kwam ze langs, om complimentjes te incasseren). En ze heeft me geleerd om te gaan met de zwarte zwanen. Op een dag kreeg ik samen met Anna de taak om de steiger schoon te maken. Best wel leuk, lekker met een hogedrukspuit in de weer. Maar al vrij snel kwamen de twee zwarte zwanen die in hun vijver wonen op ons af. Daar was paniekerige Pipi alweer en ik wilde weglopen, maar dat mocht niet. Als ik weg zou rennen hadden de zwanen namelijk gewonnen, of ze zouden achter me aan vliegen. Dus daar stond ik, hand in hand met Judith, recht voor de zwanen die zich helemaal uitstrekten om te kijken of ik groter was, tegen ze te zeggen dat ik heus niet bang was. Toen ze eenmaal zagen dat ik echt wel groter was en niet weg zou rennen gingen ze er weer vandoor. Ze zijn een paar keer terug gekomen, misschien dachten ze dat ze gegroeid waren of dat ik gekrompen was, maar ze hebben me niet opgegeten en we hebben de steiger mooi schoon gemaakt.

Ook van de medehelpers heb ik een hoop geleerd. Er was een boeddhistisch Italiaans stel, dat ontzettend goed tomatensaus en tiramisu kon maken, en mij bovendien veel verteld heeft over hun vorm van boeddhisme. Ook heb ik van hun Italiaanse gebarentaal geleerd. Blijkbaar kun je daar hele gesprekken voeren met enkel handgebaren. En dan heb ik het dus niet over het soort gebarentaal dat dove mensen gebruiken, maar handgebaren die bijvoorbeeld irritatie, woede of waardering uitdrukken. Er was een Japans meisje, dat naast al deze handgebaren ook heel erg haar best deed om goed Engels te leren, en een Engels gevoel voor humor probeerde aan te leren. Ze kon ook nog heel goed koken, én ze zei dat mijn rijst perfect was, en dat is volgens mij het grootste compliment dat je van een Japanner kunt krijgen. Of het waar was weet ik niet, misschien was het alleen de Japanse beleefdheid. Dan was er een Amerikaans meisje, waar ik vooral van geleerd heb dat ik Amerikanen niet zulke leuke mensen vind. En dan waren er twee Canadezen. Het meisje heeft mij alles geleerd over 'being bear-aware'. Zij woonde in een gebied waar je geregeld beren en enorme herten tegen komt en daar moet je wel op voorbereid zijn. Blijkbaar is er beren-pepperspray die je altijd bij je moet hebben. Ook moet je nooit terugvechten, want dat win je niet, moet je bij een bepaald soort beer in een boom klimmen, want die kunnen niet in bomen klimmen, moet je bij een ander soort beer niet in een boom klimmen, want die kunnen juist wel goed klimmen. Ik ben dus even vergeten bij welke beer je wat moet doen, maar ik kan überhaupt niet zo goed in een boom klimmen dus misschien moet ik maar niet naar Canada gaan. De Canadese jongen heeft me geleerd dat maple sirup voor een Canadees van levensbelang is, en dat ze niet zoveel kennis van Europa hebben. Hij was gefascineerd door het feit dat ik uit een land kom waar geen beren, giftige slangen of andere enge beesten wonen.

Na twee weken zat mijn tijd tussen de tomaten er helaas alweer op. Samen met het Amerikaanse meisje heb ik de bus terug naar Adelaide genomen (voor haar een heel avontuur, de bus). Daar ben ik snel naar het treinstation gegaan, waar ik mijn bagage achter kon laten, zodat ik rustig de stad in kon om met Madly te lunchen. (De Franse au pair die ik uit Sydney ken, waar ik later mee naar Mildura ben gegaan en die toevallig net verhuisd was naar een plaatsje vlak bij Adelaide). Erg leuk om elkaar weer even te zien en onze verhalen uit te wisselen. Daarna heb ik nog snel even een dekentje gekocht en ben ik weer terug gegaan naar het treinstation, waar 's avonds mijn langste treinreis ooit begon; de Indian Pacific naar Perth, 41 uur. (De trein rijdt tussen Sydney en Perth, dan ben je 3 nachten onderweg). Je hebt in die trein van die hele leuke kamertjes, met bedden en een badkamer, maar dat is niet reizen backpacker-style (bovendien is dat heel duur). Ik zat dus in de goedkoopste klasse, met alleen ligstoelen. Twee nachten in een stoel slapen zou toch wel moeten lukken dacht ik zo. Bovendien had ik nu een dekentje! Het begon een beetje onrustig, met een man naast me die enorm stonk, en een groep Aboriginals voorin die helaas ook echt niet lekker roken. Het treinpersoneel was wel ontzettend aardig, er was een klein cafeetje waar ze (warm) eten en drinken verkochten, en er waren twee badkamers met douches. Ook voelde onze coupé zich al snel verenigd als de paupers van de trein. Zeggen dat ik lekker geslapen heb zou wel overdreven zijn, maar het viel mee.

De volgende ochtend stopten we even in 'Cook', waar wat verlaten gebouwtjes staan, inclusief twee gevangeniscellen, waarschuwingsborden die zeggen dat er de komende 400 km niets is, en op een rotsblok was geschilderd 'Help ons ziekenhuis. Word ziek.' Blijkbaar was dit wel de plaats waar de trein kan tanken en het water kan bijvullen. In de middag begon het wat spannend te worden in de trein. Ik zat een tijdje in het restaurant, met mede backpackers uit het raam te kijken naar het eindeloos niks, tot er ineens een hele rij dode kamelen verscheen. Er lagen er misschien wel 20 op een rij langs het spoor. Wat er daar gebeurd is weten we niet, maar het was geen leuk gezicht. Gelukkig zagen we later ook nog een groep levende kamelen langslopen. Toen ik weer terug in mijn stoel zat was het ineens heel onrustig, met treinpersoneel dat heen en weer bleef lopen en een hoop gefluister. Snel werd duidelijk dat er iets met één van de Aboriginal vrouwen aan de hand was. Nou zijn er veel vooroordelen over Aboriginals; ze drinken veel, zijn agressief, ze stinken, etc. Nou vind ik het altijd fijn als het tegendeel bewezen wordt. Ach "ze" roken niet zo lekker, maar dat zegt toch niks? Helaas hoorde ik even later dat één van de vrouwen een andere vrouw met een vork in het hoofd gestoken had. Ja echt, ze was boos, heeft een vork opgepakt, en heeft dat in het voorhoofd van haar zus gestoken. Bij het volgende station werd ze door de politie opgewacht. Dat station was Kalgoorlie en daar hadden we 's avonds 3 uur de tijd. Alle mensen uit de Silver, Gold, Platinum etc klassen gingen met bussen sightseeen, maar wij paupers gingen natuurlijk naar de kroeg! Kalgoorlie is niet fantastisch, maar het was wel fijn om even de trein uit te zijn en het was erg gezellig!

De volgende ochtend was het eindeloos niks afgelopen en konden we weer bomen zien. Niet veel later kwamen we aan in Perth, de eindbestemming. Het was nog een klein stukje met een lokale trein, een klein stukje lopen, en toen kwam ik aan bij mijn hostel. Ik kon de kamer helaas nog niet in, ik was echt te moe voor sightseeing, en ik weet inmiddels ook wat men bedoelt met opgezwollen voeten/enkels; ik kreeg mijn schoenen nog amper dicht. Daarom dacht ik dat naar de bioscoop gaan wel een goed idee was. Ik kon het adres van de bios niet vinden dus ik ging maar even naar het informatiecentrum. Wat bleek? In het centrum van Perth is geen bioscoop. Hoe dat kan weet ik niet, maar jammer was het wel! Zodra ik kon ben ik dus naar mijn hostelkamer met internet gegaan, helemaal klaar om de rest van de dag in bed te liggen en filmpjes te kijken. Het lot had natuurlijk andere plannen met mij. Ik had mijzelf de luxe van een 3- in plaats van 6-persoonskamer gegund, lekker rustig dacht ik. Nou deelde ik die kamer met een oudere dame, die het maar wat gezellig vond, dus ik heb van alles gehoord over haar kinderen, haar vakantie, waar op de wereld ze nog meer geweest was. Ook wilde ze alles van mij weten én ze wilde weten of ik van kaartspelletjes hield. Het antwoord was ja, dus na het eten zette ze een bakje nootjes op ons tafeltje en heeft ze me een kaartspel geleerd, wat we vele potjes gespeeld hebben. Ze wilde ook weten of ik wel ontbijt voor de volgende dag had (nee), en of ik dan een beetje van haar ontbijt wilde. De volgende ochtend had zij al bijna een marathon gelopen tegen de tijd dat ik eindelijk wakker werd (om half 8), dus ze maakte zich zorgen of het wel goed met me ging. Het was een erg lieve vrouw en het was ook erg gezellig, maar ik was stiekem ook wel blij dag ik maar één nacht bleef.

Om half 10 ging mijn trein, nadat ik op mijn gemak ergens een ontbijtje had geregeld, naar Bunbury. Van Bunbury ging mijn bus naar Denmark, een klein plaatsje in het zuiden van West Australië, waar ik na een reis van slechts 8 uur aankwam. Ik werd daar opgehaald door Nicola, mijn nieuwe host die ik gevonden had via Helpx. Ze heeft me meteen het dorp en één van de prachtige stranden, Ocean Beach, laten zien. In haar mooie huis kreeg ik de kamer boven, met ramen rondom, een heerlijk bed, een tv, en allemaal kastjes zodat ik mijn spullen daadwerkelijk kon uitpakken. Nicola is getrouwd met Peter, maar die geeft les aan de universiteit in Perth, dus die is maar eens per twee weken een weekend thuis. Ze hebben twee kinderen, één studeert in Perth en de ander gaat naar een boardingschool in Denmark. Wel heeft ze een soort fosterdochter van 16 in huis, Bella, de dochter van een vriendin van Nicola, die door haar moeder het huis uit was gezet. Volgens haar moeder is Bella onhandelbaar, volgens mij is de moeder vooral onhandelbaar. Ze is wel echt een uitdaging hoor; ze is heel druk, manipulatief, doet lekker wat ze wil, liegt tegen iedereen om onder verplichtingen uit te komen, maar ze is ook erg lief, gezellig en een goede kok. Nicola woont in een community, Mia Mia, waar ongeveer twaalf huizen staan en een grote open ruimte is met een grote groentetuin, een kippenhok en een shed, een soort buurthuis. Bella woont de helft van de tijd bij Nicola en de helft bij Basil, een erg aardige (maar soms wat humeurige) buurman die erg veel bezig is met sustainable living, het planten van nieuwe bossen, enzovoort. Dan is er ook nog buurman Brad, een erg aardige, grappige en relaxte Australiër waar Bella naartoe gaat om te ontsnappen aan de regels van Nicola en Basil.

Het eigenlijke plan was om ongeveer een maand te wonen en werken bij Brad, want toen ik contact opnam met Nicola had zij al afspraken gemaakt met een Frans meisje, Johanna. Maar Nicola heeft een prachtige piano en ze vond het heel leuk dat ik piano speel, dus daarom bleef ik bij haar en ging Johanna naar Brad. Dat bleek een goede zet: Johanna paste wat beter in het rommelige we-zien-wel huishouden van Brad, ik voelde me toch wel meer thuis bij Nicola, die mij 's morgens gewoon een lijstje gaf met dingen die ik moest/kon doen. Het werk bij Nicola was heel anders dan op de tomatenboerderij. Hier was ik vooral bezig met opruimen, schoonmaken, heel veel koken en bakken, wassen en strijken, hout hakken en takjes verzamelen voor de open haard, af en toe wat onkruid wieden en op het laatst mijn grote en favoriete project; het ordenen van de boeken. Ook werkte ik op zaterdag in de community garden. Elke week is de gardengroup daar twee uur aan het werk en dat vond ik zelfs één van de leukste dingen om te doen! De mensen waren allemaal ontzettend aardig, heel positief en geduldig, dus niemand vond het erg om mij uit te leggen wat ik moest doen. Aan het begin was het vooral veel oogsten; heel veel tomaten, mais, sla, kool, rabarber, aubergine, etc. En dat alles wordt dan verdeeld onder de mensen die op die dag hebben meegeholpen. Toen de winter eenmaal was begonnen werden alle planten uit de grond gehaald en hebben we wortel, bloemkool, uien, knoflook en allerlei andere dingen geplant. En iedereen vertelde elkaar hoe goed ze aan het werk waren, en 'bedankt voor je hulp!', en dan kreeg ik weer complimenten omdat ik de gaten zo goed gegraven had. Eens in de twee weken kwam Neil, die ook echt verstand had van tuinen, en die ons dan uitlegde hoe de stand van de maan invloed heeft op de kwaliteit van je groenten, en in welke volgorde je verschillende gewassen in hetzelfde stuk grond moet planten. Ik heb het allemaal niet kunnen onthouden, maar ik heb wel ontdekt dat ik het ontzettend leuk vond om te doen! In mijn vrije tijd kon ik makkelijk het dorp in lopen voor een kopje koffie, of ik mocht Nicola's fiets lenen voor een tochtje. Ook ging Nicola vaak naar het strand of een meer om te wandelen of te zwemmen, naar yoga en pilates, en ik mocht altijd mee dus dat heb ik vaak gedaan! 's Avonds keken Nicola, Bella en ik vaak een serie of een film, erg gezellig.

Na een maand was het Pasen en mijn plan was om dan te vertrekken, maar ik had het zo naar mijn zin dat ik besloot nog een maand langer te blijven, en daar was Nicola ook heel blij mee. Er kwam alleen wel familie op bezoek, en bovendien kwamen hun twee zoons ook thuis, dus er was even geen plek voor mij. Gelukkig kon ik samen met Bella tijdelijk bij Basil terecht. Ik heb een paar dagen voor Basil gewerkt en dat was niet het lichte werk dat ik bij Nicola gewend was; ik mocht 10 vierkante meter tuin compleet omploegen, en wel zo grondig dat er geen onkruidje meer te vinden was. Maar dan was ik na vier uur werken ook al klaar (bij Nicola werkte ik zes of zeven uur, vijf dagen per week). Bij Basil kreeg ik een eigen kamer met badkamer, maar die moest ik wel delen met een kat. De kat was namelijk al oud en plaste overal in het huis. Daarom mocht hij nu alleen nog maar in mijn kamer komen. Fijn. Aan het begin vond ik het niet zo erg, de kat was namelijk erg bang en verstopte zich de hele tijd onder het bed, maar later ging hij lekker op tafel tussen mijn kleren liggen, of op mijn bed. Na een paar dagen werd ik 's nachts wakker omdat ik rare geluiden hoorde. Ik deed maar even het licht aan om te checken en toen zag ik dat een andere grote zwarte kat lekker zat te eten, 'mijn' kat zat intussen bang onder het bed. De vreemde kat sprintte meteen door het kattenluik naar buiten, maar hij kwam terug, ik jaagde hem weer weg, hij kwam weer terug, etc. Uiteindelijk heb ik het kattenluik maar dicht gedaan, maar ik heb niet meer geslapen.

...zie deel 2...

  • 06 Augustus 2015 - 08:40

    Hel:

    Lieve Pipsel,

    Ik zit op de veranda van onze villa in Bali jouw verslag te lezen. De zee, op een kleine 20 meter voor me, is redelijk wild en Rob ligt onder onze open hut een boekje te lezen. Bob, sinds een week hier na tien maanden Azië, wil misschien ook naar Australië en als ik het zo lees, moet hij dat zeker doen. Fijn schattebol dat je het zo naar je zin hebt. Je mag wel trots zijn op je ondernemingslust. Ik lees met heel veel plezier jouw verslagen. Good luck! xx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Pipi

Actief sinds 13 Feb. 2009
Verslag gelezen: 173
Totaal aantal bezoekers 29394

Voorgaande reizen:

28 Juli 2014 - 28 Juli 2015

Australië #3: Working Holiday

21 December 2012 - 21 Januari 2013

India

10 Juli 2012 - 20 December 2012

Studeren in Sydney

10 April 2009 - 30 Juli 2009

Thailand & Australie

17 Februari 2009 - 16 Maart 2009

Een maand door Europa

Landen bezocht: